21

Zes maanden later

Een eiland in het Caraïbisch gebied

‘Volgens mij ben ik jaloers, Devon,’ zei Bridget toen ze uit de helikopter op het platform sprong dat op een korte afstand van het witte plantagehuis lag. ‘Ik ben net terug uit Dublin, en het weer was daar allesbehalve mild.’

‘Dat is Marroks grootste grief.’ Devon glimlachte terwijl ze Bridget omhelsde. ‘Hij vindt het weer té perfect. Bij zonnig weer denkt hij aan heet en verschroeiend.’

‘Waar is hij?’

‘Bij de cottages. Hij probeert een pact tussen Janet en Sid te regelen. Ze zijn het nergens over eens, behalve over Wiley. Hij zou ons in de tuin treffen.’ Ze nam Bridget nauwkeurig op. ‘Je ziet er heel fit uit.’

Bridget trok een gezicht. ‘Het heeft ontzettend lang geduurd voordat ik weer de oude was. Zeg maar tegen Marrok dat zijn shi’i’go behoorlijk traag is.’

‘Wat had je dan verwacht? Je hebt de dood recht in de ogen gekeken. Blijf je slapen?’

Bridget schudde haar hoofd. ‘Nee, de helikopter haalt me over een uur weer op. Ik moet terug naar Dublin. Jordan wil dat ik naar Parijs ga.’

‘En dus doe je dat,’ zei Devon.

‘Het is mijn werk.’ Ze liep over het weelderige groene gazon naar het huis. ‘Net zoals Marrok mijn werk was. Hoe is het met hem?’

‘Hij begint zich te vervelen en is erg rusteloos. Zolang hij het druk had met de aanleg van het omheinde terrein was er niets aan de hand. Maar je kent Marrok: hij heeft een uitdaging nodig.’

‘En hoe gaat het met jou?’

‘Ik zorg voor de honden, ben bezig in de stad een nieuwe praktijk op te zetten en houd me met Marrok bezig. Uitdagingen genoeg dus.’

Bridget nam haar nauwkeurig op. ‘Je oogt niet bepaald gestrest. Ik heb zelden iemand zo ontspannen gezien.’

‘Meen je dat?’ Devon glimlachte. ‘Hoewel ik er nog niet aan toe ben om het voortaan rustig aan te doen, is deze periode voor ons allebei heel goed geweest. Waarom ben je hier? Om je familie-investering te controleren?’

‘Deels. En om onafgewerkte zaken af te handelen.’ Ze gebaarde naar de envelop die ze bij zich had. ‘Deze is voor Marrok.’

Devon maakte een handgebaar. ‘Hij is daar.’ Marrok stond op de veranda met Nick Gilroy te praten en gebaarde naar de honden die even verderop over het terrein renden. ‘Om de dag verandert hij hun trainingsregime. Voor de honden is het misschien goed, maar Nick wordt er hoorndol van.’

‘Ik begrijp dat Marrok over te veel vrije tijd beschikt,’ mompelde Bridget. ‘Ik denk dat we hem tegen zichzelf in bescherming moeten nemen.’

Marrok draaide zich naar hen om terwijl Nick naar de honden liep. ‘Bridget.’ Hij pakte haar handen vast. ‘Je ziet er goed uit. Wat kom je doen?’

‘Nog altijd recht voor z’n raap.’ Bridget keek naar de honden. ‘Je hebt daar een behoorlijke roedel; Gracie rent ook mee, en ik zie diverse andere honden.’

‘En waarom ook niet?’ zei Marrok. ‘We kijken of de shi’i’go-honden hetzelfde effect op andere honden hebben als op Monty van Sarah Logan.’

‘En?’

‘De tijd zal het leren, maar volgens Devon bleek hun kracht en vitaliteit enorm te zijn toegenomen tijdens het laatste onderzoek.’

‘Het verbaast me dat je Addie van Sarah mocht meenemen.’

Marrok glimlachte. ‘Ik heb tegen haar gezegd dat we haar honden ooit moesten testen. Als Monty en de anderen tekenen van verval vertoonden nadat ik Addie had weggehaald, zou ik haar meteen terugbrengen, maar Monty en Maggie zijn nog even sterk als altijd.’

‘Dan is het effect dus permanent.’

‘Ook dat zal de tijd moeten leren. Maar het ziet er veelbelovend uit.’

‘Tjonge, je klinkt als een wetenschapper.’

‘Zo voel ik me ook.’ Marrok grijnsde. ‘Nu nog een klembord en een hoornen bril.’

‘Ga zitten,’ zei Devon. ‘Zin in een glas ijsthee?’

Bridget ging aan de tafel zitten, die door een blauwgroene parasol van schaduw werd voorzien. ‘Graag. Ik heb dorst en veel te bepraten.’

Devon schonk haar een glas in. ‘Ga je ons bijpraten? Volgens mij hebben wij tot nu toe het meeste gezegd.’

‘Wat doen Sarah en John Logan om de honden juridisch gezien te beschermen?’

‘Tot dusver vooral oriënterend werk,’ antwoordde Marrok terwijl hij in een stoel neerplofte. ‘John zegt dat hij eerst de juiste mensen op hun plek moet hebben voordat hij informatie over shi’i’go kan lekken.’

‘Slim,’ zei Bridget. ‘Vooral aangezien hij zelf niet alle informatie heeft.’

‘Jawel hoor.’ Marroks blik vloog naar haar gezicht. ‘Ik heb Sarah en John alles verteld, anders had ik geen medewerking van hen hoeven verwachten.’

‘Tjonge, wat ben jij veranderd,’ zei Bridget. ‘Is dat jouw invloed, Devon?’

‘Nog meer thee?’ vroeg Devon.

‘Een diplomatiek antwoord.’ Bridget grijnsde. ‘Volgens mij is het echt jouw invloed.’ Ze leunde achterover in haar stoel en staarde naar de bergen. ‘Of misschien is het deze plek wel. Alles lijkt hier zo... ontspannen. Zachte briesjes, zon, blauwe lucht...’

‘Waarom ben je hier?’ onderbrak Marrok haar. ‘Ik ken je, Bridget. Je doet nooit iets zonder reden.’

‘Misschien wel om te kijken of je geïnteresseerd bent in een klus.’

Hij schudde zijn hoofd. ‘Daar zie ik je wel voor aan. Maar dat is volgens mij niet de reden van je komst.’

‘Nee.’ Ze trok een gezicht. ‘Ik ben hier omdat Jordan vindt dat ik jullie een verhaal moet vertellen.’

‘Wat voor verhaal?’

‘Een verhaal dat je in eerste instantie vast niet zult geloven.’ Ze was even stil. ‘Dus laten we even van een veronderstelling uitgaan.’ Ze hield haar ogen op de groene bergen gericht. ‘Stel dat jouw moeder, Catrín Muñoz, een familielid van ons was. Geen naaste familie, maar van een verre, heel belangrijke tak. Ze was lichtvaardig, instabiel en een wildebras, maar andere leden van haar naaste familie waren een stuk verantwoordelijker. Na haar terugkeer naar Madrid, nadat ze jou in de steek had gelaten, leek het haar broer Rico verstandig jou in de gaten te houden.’

‘Ik ben je veronderstelling nu al zat,’ zei Marrok nors. ‘Het is een leugen. Ze heeft me in de steek gelaten, en er was geen vriendelijke oom Rico die over me waakte.’

‘Je hebt me ook niet horen zeggen dat Rico vriendelijk was. Hij leek qua karakter behoorlijk veel op je moeder. Maar hij wist wel dat er gevaar schuilde in het feit dat Catrín zo promiscue was. Dus huurde hij iemand in om jou in de gaten te houden en te controleren of Catríns lichtzinnigheid geen bijwerkingen had. De man had de opdracht gekregen niet in te grijpen, ténzij je een probleem werd.’

‘Een probleem?’ herhaalde Devon. ‘Dus dat zijn neefje door een junk werd grootgebracht vond hij geen probleem? Wat is dat voor een rotzak?’

‘Zoals ik al zei: geen aardige man,’ zei Bridget. ‘Marrok liet hem koud zolang hij zijn levensstijl niet in gevaar bracht. Hij wilde in elk geval niet dat de familie zo kwaad zou worden dat ze hem van fondsen afsneden als hij die nodig had.’

‘Ik had nooit het leven kunnen beïnvloeden van iemand die een halve wereld verderop zat,’ zei Marrok sarcastisch. ‘Maar als ik had geweten dat hij zo’n klootzak was, had ik het misschien wel geprobeerd.’

‘Dat waren precies de berichten die Rico over je ontving, dat je gewelddadig, grillig en instabiel was. Zelfs als kind was je al roekeloos en haalde je naar iedereen uit. Niet dat Rico ermee zat of dat hij zich er ongemakkelijk bij voelde. Daarover maakte hij zich geen zorgen.’ Ze pauzeerde. ‘Maar toen ontving hij een ander bericht. Een lokale sjamaan, Paco, had jou onder zijn hoede genomen en was je aan het trainen. Dat verontrustte hem wel degelijk.’

‘Dus hij kon het niet hebben dat iemand eindelijk eens aardig tegen Marrok was?’ vroeg Devon scherp.

‘Nee, hij was bang dat Paco iets in hem had gezien. Per slot van rekening was Paco een mysticus. Het behoorde tot de mogelijkheden. Rico had het gevoel dat het hem te boven ging en stuurde een bericht naar Londen. Hij informeerde onze mensen daar over Catríns onbezonnenheid. Die namen het heel serieus op en stuurden Edmund Gillem naar Arizona om Paco te spreken. Hij moest gewaarschuwd worden. Maar Paco had het gevaar in jou al gezien en wilde je desondanks bij zich houden. De daaropvolgende twee jaar vertoonde je geen tekenen en dus sprak Edmund Gillem uiteindelijk met Paco af dat hij contact zou opnemen als er zich een probleem voordeed. Paco leek je ondanks je temperament prima aan te kunnen. We hoorden verder niets van Paco, maar bleven je wel in het oog houden.’

‘Wat een nonsens, Bridget,’ zei Marrok ongeduldig. ‘Verkoop je verhaal maar ergens anders. Paco zou me beslist over dat zogenaamde bezoekje hebben verteld.’

‘Denk je? Hij was helemaal opgewonden. Paco was nieuwsgierig van aard; hij verkende graag het onbekende. Dat heb jij me ook altijd verteld, en nu had hij iets interessants om mee te experimenteren. Waarschijnlijk heeft hij zichzelf wijsgemaakt dat hij het al die tijd al in je had gezien.’

‘Wat gezien?’

Bridget glimlachte. ‘Had je het nog niet geraden? Shi’i’go. Zomer.’

Devon haalde diep adem. ‘Waar heb je het over?’

‘In Catrín Muñoz’ bloedlijn komen meer individuen met een zeer zeldzaam talent voor. Niet in elke generatie – misschien slechts een of twee keer in de vierhonderd jaar die we hebben gedocumenteerd. De laatste twee eeuwen is het niet meer voorgekomen.’

‘Shi’i’go’, herhaalde Devon. ‘Kom ter zake, Bridget.’

‘Genezers. Uitzonderlijk krachtige. En iedereen in hun buurt blaakt van gezondheid en vitaliteit. Dat is vermoedelijk een van de redenen waarom de familieleden floreerden en heel oud werden in een tijd waarin dat weinig voorkwam.’ Bridget nam een slok thee. ‘Maar de twee mannen die het talent bezaten, stierven allebei een gewelddadige dood. Het waren niet de meest aangepaste Muñoz-nakomelingen die onze familie heeft voortgebracht. Wellicht hadden ze nog geleefd als hun leven niet voortijdig was beëindigd.’

‘Wacht even.’ Devon probeerde het allemaal te volgen. ‘Dus het zijn niet de honden die mensen genezen?’

‘De honden zijn wel degelijk geneeskrachtig; dat hebben die bezoekjes aan het ziekenhuis wel bewezen. Maar dat komt niet door een panacee van Paco. Er is nooit een panacee geweest. Het was Marrok.’

Marrok schudde zijn hoofd. ‘Paco heeft mij de honden de panacee zelf laten voeren.’

‘Geen panacee,’ zei Bridget rustig. ‘Je hebt ze gevoerd, maar ook gekoesterd. Je hebt ze aangeraakt en met ze samengeleefd. Je gaf ze jouw kracht. Net zoals zij die later aan de patiënten in de ziekenhuizen gaven. Shi’i’go.’

‘Nonsens.’

‘Ik had ook niet verwacht dat je het zomaar zou accepteren. De overdracht gaat niet van mens op mens. Dat komt waarschijnlijk doordat honden van nature al een helende kracht hebben. Sommige mensen noemen het een psychologisch effect, maar het bestaat wel degelijk. Vraag maar aan verpleegsters en artsen in willekeurige ziekenhuizen. De honden zijn sterk, maar lang niet zo sterk als jij. In de honden is de helende kracht afgezwakt. Waarom nam Paco je anders mee als hij met Ned een stervende patiënt bezocht? Hij wist dat hij je nodig had. Met de honden was het een gok, maar niet met jou. En toen Lincoln je samen met Ned op die missies stuurde, was jij toch bij de patiënten in de buurt en raakte je hen aan? Ik denk dat Paco allereerst jouw effect op de honden heeft opgemerkt. Ze werden niet ouder en namen in kracht toe. Vervolgens is hij gaan experimenteren.’ Ze keek hem recht in de ogen. ‘Het is waar, Marrok.’

‘Paco heeft Danner vertéld dat het de honden waren.’ Zijn hand klemde zich tot een vuist op tafel. ‘Hij werd doodgeslagen en vertelde toen dat het de honden waren.’

‘Dat deed hij om jou te beschermen. Hij hield van je en dus offerde hij de honden op. Maar hij hield ook van de honden en wilde het weer rechtzetten. Hij heeft toch tegen je gezegd dat je ze moest beschermen?’

‘Ja.’

‘En dat heb je gedaan, Marrok,’ zei ze zacht. ‘Al die jaren heb je dat gedaan. Je hebt er alles voor opzijgelegd. Je groeide, werkte en werd een heel speciaal mens, wat niets met de shi’i’go te maken had.’ Ze stond op. ‘Ik moet terug naar het helikopterplatform. Het is bijna tijd.’

Marrok stond op. ‘Ik geloof er helemaal niets van, weet je.’

‘Je gelooft een deel ervan. Zodra het is bezonken, zul je meer geloven.’ Ze gaf hem de envelop. ‘Hierin zit de stamboom van de familie Muñoz. Ik heb hem laten kopiëren, want ik ging ervan uit dat je hem zou willen hebben.’

‘Waarom heb je hem dit niet eerder verteld?’ vroeg Devon. ‘Waarom heb je zo lang gewacht?’

‘Besef je wel hoeveel macht een genezer heeft? Het is onthutsend. Als die macht misbruikt wordt, kan het tot chaos leiden en het lot van landen beïnvloeden, zoals Lincoln je wilde laten doen. Het zou aanzetten tot verering of haat, afhankelijk van aan welke kant je staat. Als kind haatte Marrok de hele wereld. Als hij de kracht toen had gehad, was dat een ramp geweest. Later, naarmate hij ouder werd, werd het iets beter, maar hij was nog steeds verbitterd en gewelddadig. Daar moest hij zich doorheen worstelen.’ Ze liep een stukje verder over de veranda. ‘Volgens mij hoor ik de rotorbladen van de helikopter. Zijn ze in de buurt, Marrok?’

‘Ja, vijf minuten ten zuiden van ons,’ zei hij afwezig. ‘En het idee dat jij en je geliefde familie me hebben behandeld alsof ik zelf geen beslissingen kon nemen, staat me totaal niet aan.’

‘We wilden ons er alleen maar van vergewissen dat het de juiste beslissingen waren. Je had een uitgesproken voorliefde voor dood en verderf.’ Ze glimlachte. ‘En het is ook jouw familie... neefje.’

Hij dacht even na. Toen glimlachte hij vaag. ‘Jij zou nog niet het beroerdste familielid zijn.’

‘Keer Jordan en de anderen niet de rug toe. Je kunt alle hulp goed gebruiken. Devon denkt dat je een uitdaging nodig hebt. Ik heb je nu een reusachtige uitdaging geboden. De honden zijn misschien veiliger nu er geen panacee blijkt te zijn, maar jij zult voor kolossale beslissingen komen te staan. Je kunt niet iedereen genezen, en er zullen altijd mensen zijn die je erom haten.’

Hij trok een stuurs gezicht. ‘Ervan uitgaande dat ik ook maar een fractie geloof van wat je zegt.’

‘Maar je zult experimenteren en uitzoeken wat waar is en wat niet. Dat ligt in je aard.’ Ze liep over het gazon, bleef toen staan en draaide zich om. ‘Ik ken slechts één andere genezer, maar als je hulp nodig hebt, bel me dan, dan breng ik je met hem in contact. Hij was net zo ongelukkig als jij toen hij zijn talent ontdekte.’ Ze glimlachte. ‘Tot ziens. De volgende keer dat ik kom beloof ik dat het gewoon voor de gezelligheid is.’ Ze draaide zich om en liep snel naar de dalende helikopter.

‘Ik ben... verbijsterd,’ zei Devon terwijl ze haar nakeek. ‘Het is allemaal niet onwaarschijnlijk, maar het vereist wel een geheel andere manier van denken.’

‘Niet te snel. Ik heb nog geen enkel bewijs gezien.’

En hij wilde ook niet dat het waar was, besefte Devon. Wie kon het hem kwalijk nemen? Het was een reusachtige verantwoordelijkheid en Marrok was nog steeds te wild en roekeloos om dat rustig te accepteren.

Rustig? Geen sprake van. Marrok niet.

‘En dit is vast ook geen bewijs. Mag ik?’ Ze nam de envelop van hem aan en opende hem. Nadat ze het document had bekeken, gaf ze het aan hem. ‘Alleen maar een stamboom, zoals Bridget al zei. Een heel nauwkeurige documentatie van de Muñoz-tak van een familie Devanez. Je naam staat erbij.’

Zijn lippen vormden een scheve glimlach. ‘Dus het zwarte schaap is eindelijk erkend?’

‘Erkend? Als Bridget gelijk heeft, ben jij het beste paard van stal.’

‘Walgelijk.’ Hij trok een gezicht. ‘Ik wil het beste paard van stal niet zijn. Ik wil met rust gelaten worden.’

‘Dan negeer je toch gewoon alles wat Bridget heeft gezegd?’ Ze draaide zich om en liep in de richting van de spelende honden. ‘Kijk nou toch hoe mooi ze zijn. Gracies vacht glanst als nooit tevoren. Ze is hier heel gelukkig.’

‘Je verandert van onderwerp.’

‘Ja, vanaf volgende maand ga ik weer aan reddingsoperaties meedoen. Volgens Bridget raakt Gracie overstuur van die missies. Mag ik Ned meenemen?’

‘Natuurlijk. Misschien ga ik ook wel met je mee.’

Ze schudde haar hoofd. ‘Jij zult het veel te druk hebben.’ Ze bukte en aaide Ned, die naar haar was toe gerend. ‘Want je zult niet kunnen negeren wat Bridget zojuist heeft gezegd. Je zult op onderzoek uitgaan, experimenteren, precies zoals jouw Paco heeft gedaan. Bridget zei dat het in je aard ligt, maar ik denk dat het een geschenk van Paco is.’ Ze pakte een grote tak en gooide die met al haar kracht weg. Ned rende erachteraan, op de voet gevolgd door de andere honden. ‘Net zoals hij je zijn honden heeft geschonken. Misschien wilde hij inderdaad dat je ze zou redden, maar hij wilde ook dat ze je zouden helpen. Hij wilde dat ze jou iets gaven waarvan hij vond dat je het nodig had.’

Marrok keek naar de honden, die vrolijk rondrenden, hun spieren spanden en met hun staarten zwaaiden in het felle zonlicht.

Hij pakte Devons hand vast. ‘Shi’i’go?’

Ze knikte. ‘In de allerbeste betekenis van het woord.’ Ze kneep stevig in zijn hand. ‘Zomer.’